De vrijdag voor de meivakantie was oud-burgemeester van Amsterdam en PvdA-coryfee Job Cohen bij ons op school voor twee gastlessen. Voor een publiek van leerlingen uit 4 havo en 5 vwo vertelde hij over de geschiedenis van zijn familie tijdens de Tweede Wereldoorlog en hoe deze werd getroffen door de Holocaust. Zo kwamen zijn grootouders aan vaders kant om het leven in Bergen Belsen en wisten zijn ouders alleen de oorlog te overleven door onafhankelijk van elkaar onder te duiken. Cohens vader zelfs in een zeer kleine bergruimte op een zolder waarin hij slechts kon liggen.
Kan genocide opnieuw gebeuren? En kan wat er nu in Oekraïne gebeurt ook zo genoemd worden?
Met zijn karakteristieke stem en mimiek legde Job Cohen deze vragen voorzichtig bij zijn toehoorders neer.
Dichter bij huis kwam het tijdens het verhaal van Cohens moeder die in 1940 als Leidse student aanwezig was bij de beroemde toespraak van hoogleraar Rudolph Cleveringa waarin die zich verzette tegen het ontslag van zijn joods collega’s aan de universiteit De toespraak gaf Cohens moeder in een donkere periode een optimistisch gevoel: ik hoor erbij!
En is dat niet de boodschap die we nog steeds aan iedereen willen meegeven, vroeg Job Cohen zich af.
Een niet moeilijk te beantwoorden vraag. Lastiger werd het bij de rol van opa Cohen die voorzitter was van de Joodse Raad in Rotterdam. Een instantie die de Duitse bezetter moest helpen bij de communicatie met de joodse bevolking en de logistiek van de deportatie. Deed hij dat om erger te voorkomen? Had hij een keuze?
En wat zou jij doen? Haast onmogelijke vragen.
Die laatste vraag kwam ook aan bod bij het verhaal van Jobs moeder die tijdens de onderduik wordt gearresteerd, weet te ontsnappen en aanbelt bij één van haar beste vriendinnen. Wat zou jij doen als er een
onderduiker voor de deur staat? De vriendin durft haar geen onderdak te bieden en toch blijven de twee na de oorlog zeer goed bevriend. Is dat mogelijk?
In de dialoog met de leerlingen kwamen er verschillende antwoorden voorbij zonder dat er per se over goed of fout gepraat werd. Blijkbaar zijn er heel veel antwoorden op zulke vragen.
En met dat inzicht wilde Job Cohen ook afsluiten. Uiteindelijk weet je het pas als je voor die keuze staat.
Namens de sectie geschiedenis,
Idsert Hartendorf